
Heel eerlijk? Ik heb genoten van de lockdown. Ja, genoten van de stilte en van de natuur. Wat heerlijk om de planten te zien ontluiken in een prachtige lente die misschien wel zo mooi was omdat ik eindelijk de tijd en ruimte had om er van te genieten. Ik heb genoten van pure geuren op straat die net als op autoloze zondagen mijn neus blij maken, niet verpest door een overdaad aan uitlaatgassen. Genoten van de nachtrust die niet werd verstoord door vliegtuiglawaai. Genoten van het creatieve online aanbod van mijn favoriete hobby's, zoals dansen en mediteren. Genoten van de e-apero's, waar iedereen van mijn chips afblijft. Iedereen heeft ongetwijfeld wel een lijstje met blijvertjes. Voor de mobiliteitssector is het helemaal een eye-opener geweest. Wat zijn daar de grote blijvers? Telewerken en videobellen. Zeker wel! Hoeveel mensen heb ik na afloop van een videovergadering niet horen zeggen: "Wat leuk zeg, en nu hoef ik zelfs niet meer door de file om thuis te geraken."
Wat ik hoop, is dat het besef nu volledig is doorgedrongen dat ruimtelijke ordening en mobiliteit met elkaar verknoopt zijn. Dat je veel dingen gewoon in je eigen buurt vindt, en dat veel van die verre verplaatsingen dus niet nodig zijn. En dat groen en parken in de stad cruciaal zijn om het leven leefbaar te maken. Of dat kinderen op straat kunnen spelen in de woonerven waar veel steden mee zijn beginnen experimenteren. Buitenlandse steden maar ook Brussel.
Er kwam meer plaats voor voetgangers en fietsers, waardoor ze zich veilig en comfortabel konden verplaatsen in de stad. Ook het plezier van het fietsen werd herontdekt en het belang om brede fietspaden te hebben. Plots werd de breedte van het fietspad van levensbelang om een veiligheidsreden die we niet meteen verwacht hadden.
Voor het openbaar vervoer en de gedeelde mobiliteit was de lockdown dan weer een domper. Maar ook daar kunnen we lessen uit trekken. De doorstroomsnelheid van het bovengrondse openbaar vervoer is alleszins naar boven gegaan. Het verminderde aantal wagens heeft ook hier een positief effect gehad. Maar sinds de komst van Covid-19 is een volgepropte tram of trein als een beeld uit een thriller. Maar eerlijk gezegd vond ik dat voor het coronatijdperk ook al. Dus extra capaciteit voorzien en de bussen en trams in eigen bedding laten rijden, lijken me een logische opvolging.
Nog een blijvertje: jawel overheid, maatregelen moeten genomen én ingevoerd worden. En ja, ze hebben effect! Ik moet zeggen dat ik in het begin gechoqueerd was door het grote verschil in de aanpak van deze crisis en de manier waarop we met de klimaatcrisis omgaan. Ik weet het, de tijdshorizon ligt bij het klimaat verder weg in de toekomst waardoor we die niet als een onmiddellijk gevaar aanvoelen, maar evenzeer gaat het hier over mensenlevens en levenskwaliteit. Als we dus iets kunnen leren van deze coronaperiode is het wel dat een crisis om drastische maatregelen vraagt en dat de bevolking daar best wel mee kan leven. Op voorwaarde dat de maatregelen doordacht zijn en goed uitgelegd worden.
We gaan ongetwijfeld nog lang over de coronacrisis spreken. Over ons leven voor de crisis, de lockdown en ons leven erna. Hopelijk begaan we niet opnieuw dezelfde fouten als ervoor. Net nu we zoveel hebben geleerd en zoveel hebben kunnen ervaren, moeten we sterk zijn en vasthouden aan wat we (her)ontdekt hebben. Wie wil nu nog terug naar het hectische, vervuilde, lawaaierige leven van voor de crisis?